dinsdag 27 april 2010

Staand tegenover de muur -

vermoedt hij de monsterlijke
optelsom van feiten.

Het is niets.
En het is alles wat hij is.
En als hij niets zou zijn, laat hem dan beginnen
waar hij zichzelf vindt, en zoals ieder ander
de taal leren van deze plaats.

Want ook hij leeft in de stilte
die komt voor het woord
van hemzelf.

(Paul Auster, Verdwijningen)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Volgers